In de Stadshartkerk hebben we een heleboel ambitie. We gaan er vol voor! Onze missie is niet uniek – ik hoor het vaker zo – maar wel uitdagend: ‘mensen verbinden met Jezus en elkaar’. Voortbouwend op twaalf mooie jaren hebben we in 2015 gekozen voor drie basisvormen die onze gemeenschap hanteert: netwerkgroepen, kerkdiensten en huiskringen. De laatste twee zie je veel meer in kerken, maar netwerkgroepen lang niet overal. In de literatuur heten deze netwerkgroepen ‘missional communities’ of vertaald ‘missiegemeenschappen’. Het zijn gemeenschappen die samenkomen rondom een bepaalde interesse of gedeelde nood. Met deze gemeenschappen willen nadrukkelijk mensen in Amstelveen opzoeken in plaats van te verwachten dat ze (ooit) ons zelf gaan bezoeken. Wat het allemaal oplevert – maar ook wat het kost – is nu niet het topic. Wat dan wel?
Het risico van de ambitie die we hebben is dat de drie basisvormen losse eilandjes worden. Gevolg: je wordt een pick&choose kerk waarbij mensen heel veel liefde, tijd en energie stoppen in hun eigen eiland. Daarnaast is onze gemeenschap ook niet zo groot dat we de drie basisvormen maximaal op een gelijkwaardige manier kunnen uitbouwen. Grootse en meeslepende kerkdiensten op een geweldige plek, de perfecte huiskringen waarbij je zowel verdieping vindt als ook een platform waar je groeit in discipelschap en je handen uit de mouwen kunt steken, en dan ook nog netwerkgroepen die op allerlei manieren zich nestelen in de omgeving: het is een mooie, grote maar niet zo realistische droom. Daarom hebben we een focus aangebracht, de netwerkgroepen vormen onze punt naar voren als het gaat om de missie. Hier verwachten we veel van. We zien dat het lukt met netwerkgroepen om de verbinding te leggen.
Mijn rol is het o.a. de netwerkgroepen en kerkdiensten dichter bij elkaar te brengen. Ik wil met je delen wat ik meenam van het symposium Integral Mission en wat ik zag in de praktijk tijdens een ‘veldbezoek’ in Rotterdam.
- Opnieuw werd ik bevestigd in onze opvatting dat kerkdiensten en huiskringen voor onze ambitie niet genoeg zijn. Op het symposium zei Cors Visser: ‘Veel kerken werken als een centrifuge. Je komt bij elkaar op zondag, wordt geïnspireerd, en doordeweeks mag je iets van God laten zien. Maar als de kerk zo werkt, als centrifuge, dan ben je alleen maar aan het trainen in de kerk en mag je nooit een wedstrijd spelen.’ De wedstrijd staat dan voor het doen van integral mission: zending en diaconaat, evangelisatie en sociale actie vloeien in elkaar over. Onze ervaring is dat ook in de meeste huiskringen de missionaire ‘wedstrijd’ uitblijft. Je bent met een kleine groep intensief bezig met omzien naar elkaar en wat het evangelie betekent. Dat is goed, maar daar blijft het vaak wel bij. Het ideaal van een open, missionaire groep die zich ook weer vermenigvuldigt wordt vaak niet gehaald. Daarom zien we de netwerkgroepen als een belangrijke derde basisvorm waar je samen (!) met een grotere groep (in potentie 20-50) mensen je concreet inzet voor een missie gelinkt aan een interesse of nood. Zo kom je echt toe aan de wedstrijd!
- Integral mission bewaart voor de valkuil om te zeggen: we beginnen met dit initiatief anderen te helpen (diaconaat) en het evangelie komt later wel (evangelisatie). Het is een vals dilemma: als jij iemand bezoekt, dan breng je al Jezus binnen. Anders gezegd (Jurjen ten Brinke): ‘als het regent wordt je nat.’ Door te helpen of er gewoon te zijn wordt iets zichtbaar van het evangelie. Integraal leven is dat je de gewone dingen van het leven in een bredere context plaatst. In de netwerkgroepen maken we hier een begin mee: sporten, helpende handen bieden of creatief bezig zijn. Die dingen vinden we leuk, kunnen wel al of willen we graag doen. Nu doen we het samen met anderen en ‘wie met christenen omgaat wordt positief beïnvloed!’ Wie weet wat er uit voortkomt? Tegelijkertijd is het wel belangrijk om het missionaire doel wat in de netwerkgroepen zit te blijven voeden en koesteren. Waarom doe je het? Dat is iets anders dan een verborgen agenda, maar meer een legitiem verlangen dat je niet opdringt, maar wel intentioneel mee bezig bent.
- Onlangs ben ik in Crossroads Rotterdam geweest. Aanleiding was een eerlijke en inzichtgevende blog over de kerkdiensten in Crossroads. Ze hebben bij Crossroads duidelijk gekozen voor samenkomsten als verlengstuk van en bron van inspiratie voor de acht missional communities die er nu zijn. De kerkdiensten inspireren de missie in de stad, er is plek voor de verhalen en ze zijn niet bedoeld als publiekstrekker, maar allereerst voor mensen die met God willen leven. De eerste zondag van de maand is bij hen trouwens een community-zondag: dus geen centrale samenkomst. De andere zondagen wel. Wat ik meemaakte op zondagmorgen was inspirerend. Qua taal en inhoud werden de missional communities benoemd en benaderd, maar niet zo dat je week-in-week-uit hetzelfde riedeltje hoort. Wat er gebeurde was dat de liturgie verbonden werd met het leven van doordeweeks. En of dat nu in de communities is of daarbuiten, maakt niet uit. Twee praktische dingen die ik hierover leerde op het symposium (Bettelies Westerbeek) zijn: gebruik op de beamer afbeeldingen uit de buurt/netwerk (deden ze in Crossroads heel goed) en draai de groep om bij de zegen aan het eind: de zegen is voor het leven dat je leeft als je straks het gebouw verlaat.
- Het laatste wat ik leerde tijdens deze twee events is: focus. Bij Crossroads hebben ze een tijd geleden een duidelijke keuze gemaakt: communities first. Dus moet iemand bijvoorbeeld een stapje terug doen en is die persoon betrokken bij een community en het kinderwerk op zondag, dan hebben de communities prioriteit. Vanuit wat ik zag bij Crossroads moet ik ook denken aan een overlap die huiskringen en missional communities kunnen hebben in een kerk: in beide vormen is er plek voor verdieping vanuit het evangelie, beiden kenmerken zich door verbondenheid en gemeenschap. In Rotterdam werken ze met triades. Die bestaan uit ca. drie personen die kort samenkomen op een plek/tijdstip die past bij het leven dat ze leiden (integraal!). Je deelt je leven en bidt. Zouden triades een vorm zijn die helpen te focussen? Bettelies Westerbeek pleit ervoor te kijken naar wat God al gegeven heeft, i.p.v. altijd maar te blijven nadenken over wat er nog moet gebeuren, wat er nog ontbreekt. ‘Maak de daden die aan grote woorden verbonden zijn, klein: kleine daden met en grote betekenis!’