Als webdeveloper ben ik alweer een tijd geleden in een experimenteel project gaan meedraaien. Ik stuur een klein team aan van programmeurs om het project te doen slagen. Dat is al erg leuk en uitdagend, maar het team zit ook nog eens in Dhaka, de hoofdstad van Bangladesh. Op uitnodiging van mijn opdrachtgever zit ik (samen met hem) voor een aantal dagen in deze stad. Ik schrijf een aantal blogs om mijn ervaringen te delen. Lees hier deel 1.
We zijn naar Bangladesh gegaan om de werknemers in Dhaka beter te leren kennen en wat projectbesprekingen te doen. We starten op dag twee met ons dagelijks ritueel: to-do’s doorspreken. Nu alleen face-to-face en niet via Skype met 5000 km ertussen. In de twee uur tijd valt het licht in de lift uit, slaat de airco af en slaat de generator aan. Zeker in warme tijden zoals deze (40 C+) is er in Dhaka regelmatig te weinig stroom om te voldoen aan alle vraag. ‘Crisis’ noemen ze dat en dat voel je snel met deze temperaturen.
In Bangladesh (Dhaka) op bezoek gaan is een boeiende ervaring. In veel opzichten gaat het vooruit met het land en volgens eigen zeggen is ‘booming’, maar het is allemaal niet sexy genoeg voor veel aandacht. We zagen het al in het vliegtuig; geen toeristen, haast geen buitenlander, alleen Bengalen. In een paar dagen Dhaka zijn we ook nauwelijks blanken tegengekomen. En eigenlijk was dat ook best verfrissend 🙂
Eén van mijn persoonlijke doelen was om te zien of de werknemers het daadwerkelijk goed hebben zoals gezegd door de tussenpersoon. Ik zou er niet mee kunnen leven als ze voor een (lokaal) hongerloontje zouden werken zoals velen in de outsourced ICT in Bangladesh. Het zou me steken als mijn ‘collega’ programmeurs onderbetaald zouden krijgen. Eén van de mooie gelegenheden om daar achter te komen is een bezoek bij werknemers thuis. Ze keken er al weken van tevoren naar uit en hadden zelfs als naar de menu-wensen gevraagd. Not too spicy!
Twee keer zijn we heel hartelijk ontvangen en konden we zien hoe het werk hun in staat stelt in goede huizen te wonen en bovendien ook te zorgen voor ouders, broers en zussen. We genoten van heerlijke maaltijden met veel gezelligheid. Voor de gastenheren en werknemers was het ’the event of the year’ getuige de foto’s en de manier waarop ze uitpakten met eten en drinken.
Op de terugweg werd het contrast wel weer duidelijk. Geen contrast tussen rijk en arm, maar tussen een goed leven en een leven met wel heel weinig. Tegen tienen zoeken veel mensen hun bed op, maar overal zie je langs de weg mensen zich klaarmaken voor een nacht op straat. In de berm, op de stoep. Soms met een kartonnen dak en een deken, soms zonder ook maar iets. Het raakt me en ik herinner de woorden van de Nederlandse ondernemer (tussenpersoon) dat hij nog wel veel meer mensen een goede baan zou willen bieden. Ik hoop en wens hem toe dat het lukt..