Het fenomeen is ooit in Engeland begonnen: ‘guerrilla gardening’. Er is zelfs een naam bekend uit de 17e eeuw. Volgens onderzoek is Gerrard Winstanley de allereerste geweest op 1 april in 1649. Hij maakte van een leeg stuk grond een openbare moestuin, waarvan hij de opbrengst deelde met de mensen die dat het hardste nodig hadden. Vandaag wordt guerrilla gardening beoefend door mensen die meer groen willen realiseren in hun buurt. Ze zijn geen eigenaar van het land, het gaat om om verlaten en braakliggende stukken grond. Waarom dat niet opfleuren met bloemen, planten en struiken? ‘Guerrilla’, van oorsprong een term voor gewapend verzet, staat hier dus voor verrassende acties die een paar maanden later een bijzonder resultaat opleveren. Onderdeel van de guerrilla-tactiek is dat sommige ‘gardeners’ stiekem in de nacht hun bollen en zaden in de grond stoppen. Stel je de verbazing voor als op de meest grauwe, nauwelijks onderhouden plekken opeens bloemen opduiken!
Mooi verhaal, maar ik geloof dat niet Gerrard Winstanley maar Jezus de allereerste ‘guerilla gardener’ was. Hij kwam op aarde om zijn leven te delen, en dat ging heel ver: tot aan de dood aan een kruis aan toe. Met zo’n einde lijkt het allemaal voorbij te zijn: Jezus’ volgelingen zijn verslagen. Maar Maria ontmoet op de eerste dag in de week haar meester, ze ziet hem eerst voor een tuinman aan. Maar dan herkent ze zijn stem. Jezus is opgestaan uit de dood, hij leeft! Het begon allemaal het klein: slechts een handjevol mensen wist ervan. Haast stiekem. Maar met Jezus’ dood en opstanding is het zaad van nieuw leven, het zaad van een nieuw begin de grond ingegaan. De beweging die ontstond woekerde snel uit tot de grootste religie van alle tijden. Velen ervoeren Jezus’ opstandingskracht en kwamen tot bloei. Hij is de grote Guerrilla Gardener. Ik hoop dat hij zijn liefde en zijn kracht opnieuw of voor het eerst in je plant, en daar hoop ik voor mezelf ook op. Of beter: ik geloof erin! Gezegend pasen.