Rust

Deze weken ben ik met het thema ‘rust’ bezig voor mijn werk. Tegenstrijdiger kan ik deze blog haast niet beginnen. Maar het is wel interessant, want rust is nog niet gemakkelijk te pakken. Wat is rust? Wanneer kom ik tot rust?

Als ik er zelf iets over moet zeggen, dan kan ik zeggen dat het wel een hot topic is voor mij. Als kersverse vader zijn de nachten nog kort en ben ik er scherp op mijn rust te pakken waar mogelijk. De eerste associatie bij rust was dan ook meteen slaap of nachtrust. Wat voor mij ook te maken heeft met rust is het even niet-werken. Ik ben dankbaar dat ik werk heb, zeker in deze tijd van crisis met bijhorende toename van werkloosheid, maar als het weekend is (check het hier) ben ik aan mijn rust toe.

Rust heeft te maken met slapen en met niet-werken, maar ik denk toch dat het meer is dan dat. Ik kwam op dit woordveld, maar daar werd ik gelijk onrustig van. Eén term sprong eruit: relaxatie. Een mooi term, maar als ik er langer over nadenk klinkt het als iets wat meer met je stoelgang te maken heeft dan rust.

En toen kwam ik deze prachtige Italiaanse uitdrukking tegen: ‘Dolce far niente’. Een filosoof zegt er dit over: ‘Wie de kunst beheerst van dolce far niente, ofwel het zalige nietsdoen, beseft dat een leven lang luieren geen voldoening geeft. Het krijgt pas zijn glans bij de gratie van het volle leven met afspraken, verplichtingen en deadlines.’

Rust vinden en krijgen is de kunst beheersen van dolce far niente en aan het einde van de werkdag of werkweek je werk kunnen neerleggen en tevreden kunnen zijn. Even zalig niets doen. Rust is niet de kantjes er vanaf lopen, maar is ook realistisch kijken naar de torenhoge verwachtingen die op je drukken. Het is grenzen stellen aan het aantal uren dat je werkt, nee-zeggen tegen het altijd maar voortrazen en doorgaan. Waar zit de rem en wie trekt eraan? Antwoord: bij jou en jijzelf. En soms hebben we elkaar nodig om daar op gewezen te worden.